Zacatecas

Zacatecas is een een deelstaat van Mexico. Het grenst aan Durango, Coahuila, San Luis Potosí, Aguascalientes en Jalisco. Zacatecas heeft 1.375.000 inwoners (2003) en een oppervlakte van 73.252 km². De hoofdstad heet eveneens Zacatecas. Andere grote steden zijn Fresnillo en Concepción del Oro. De staat is genoemd naar de Zacateken, een Indiaans volk dat hier voor de komst van de Spanjaarden leefde.

De staat is enigszins bergachtig, uitlopers van de Westelijke Sierra Madre bevinden zich in Zacatecas. Er stromen weinig rivieren door Zacatecas en het klimaat is over het algemeen droog, dus het gebied is maar matig geschikt voor landbouw. In de vruchtbaardere gebieden worden granen, suiker en maguey verbouwd. Zacatecas is bovendien een wijnbouwgebied.

De belangrijkste inkomstenbron van Zacatecas is de mijnbouw. Er wordt zilver, goud, kwik, koper, ijzer, zink, lood, bismut, antimoon en zout gewonnen. Al snel na de verovering ontdekten de Spanjaarden de enorme rijkdom van deze streek. De mijnbouw begon in 1546.

Uit onvrede met het centralistische beleid van Antonio López de Santa Anna deed Zacatecas in 1835 een poging zich af te scheiden van Mexico. Santa Anna wist de opstand echter de kop in te drukken en liet zijn leger twee dagen lang de hoofdstad plunderen. Bovendien liet hij Aguascalientes zich afscheiden van Zacatecas.

Demografie:
De staat van Zacatecas had circa 1.375.000 inwoners in 2003. In 1900 had het 462.190 mensen. Ongeveer 85% van de bevolking is mestizo en 15% is blank. In het jaar 2000, had Zacatecas de kleinste inheemse bevolking percentsgewijs in Mexico: 0,3%, Slechts de staat van Aguascalientes heeft een kleiner aantal inheemse mensen: 3.472; Zacatecas heeft 4.039 inheemse mensen.