Geschiedenis

Voor onze jaartelling:
Vietnams geschiedenis gaat terug tot voor onze jaartelling. Een van de eerste Vietnamese staten is Dai Viet Quoc (Groot Viet Land/Rijk). Het woord Viet is hierin een verwijzing naar het volk, maar het land had verschillende locaties in hedendaags China en Vietnam. Vietnam was de grootste tijd van zijn bestaan een Vazaal of provincie van keizerlijk China. In sommige periodes was het rijk volledig onafhankelijk. Deze Chinese invloed deed zich gelden in de taal, de cultuur, de regeringsstructuur en de structuur van het keizerschap. Deze zijn allemaal gebaseerd op de leer van Confucius. De taal, het Vietnamees, werd geschreven in Chinese karakters totdat enkele westerlingen het Quoc ngu introduceerden. De naam, Dai Viet Quoc, was officieel erkend door de Chinese keizer.

Eerste onafhankelijke keizer:
In 1010 vestigde de eerste onafhankelijke keizer van de Ly dynastie zich in Thang Long (hedendaagse Hanoi). De 1000 jaar hiervoor was het Vietnamese hartland in de delta van de Rode rivier (Vietnam) of een Chinese provincie of accepteerde Chinese heerschappij. In 1471, na een langzame expansie naar het zuiden van hedendaags Vietnam, veroverde een leger van de Le dynastie de belangrijkste gebieden van het koninkrijk Champa rond het huidige Da Nang. Hierdoor werd Champa gereduceerd tot enkele gebieden rond Nha Trang en uiteindelijk in 1822 volledig door Vietnam geannexeerd.

Oorlog met Lan Xang:
In 1477 raakte Vietnam ook verstrikt in een oorlog met Lan Xang in Laos. De Vietnamese keizer had gevraagd om haren van een witte olifant, die de koning van Lan Xang, Sao Tia Kaphat had. In plaats van haren stuurde de koning echter de uitwerpselen van de olifant. De Vietnamese troepen slaagden er uiteindelijk in om de hoofdstad Luang Prabang te veroveren maar werden uiteindelijk verdreven door een leger onder leiding van prins Souvanna Banlang en vernietigend verslagen. Hierna raakte keizer Chinh Hoa ongeveer in 1695 betrokken bij een opvolgingsconflict in Lan Xang. Hij steunde prins Sai Setthathirat II met een leger en hielp hem op de troon. Dit leidde echter tot het uiteenvallen van Lan Xang.

Vietnam viel ook regelmatig de buurstaat Xhieng Khuang (in hedendaags Laos) binnen. Xhieng Khuang was afwisselend een provincie en soms een vazalstaat van Vietnam, onder de naam Tran Ninh of van Lan Xang. In 1832 nam keizer Minh Mang de koning van Xhieng Khuang, Chao Suthakasuvannakuman, gevangen en liet hem executeren in Hue.

Verdrijven Khmer:
Ook werden de Khmer langzaam verdreven uit het zuiden van Vietnam. Zo dwong een Vietnamese koningin de Cambodjaanse koning Chettha II in 1620 om Vietnamezen toe te laten in de stad Prey Nokor, het hedendaagse Ho Chi Minhstad (Saigon). Dit proces werd tegen het einde van de 18e eeuw voltooid. Er bleven hierdoor vele Khmer achter in het zuiden van Vietnam - zij worden ook wel de Khmer Krom genoemd.

Handel in de middeleeuwen:
In 1535 stichte de Portugees Antonio de Faria de eerste handelsnederzetting in Vietnam bij Faifo (tegenwoordige Hoi An), iets ten zuiden van Da Nang. In het midden van de 17e eeuw heerste er een burgeroolog in Vietnam, tussen de Trinh familie in het noorden en de Nguyen familie in het zuiden. De Europeanen profiteerden hiervan door aan beide zijden wapens te verkopen. Tegen het einde van de 17e eeuw staakten de Nederlandse, Engelse en Franse handelaren de handel met Vietnam omdat er weinig te verdienen viel en de Vietnamezen, anders dan andere volkeren in Azië, niet zonder meer onderworpen konden worden. Alleen de Portugezen bleven in hun oude nederzetting bij Faifo achter. De missionarissen waren succesvoller, ze slaagden erin tienduizenden Vietnamezen om uiteenlopende redenen te bekeren. De Vietnameze keizers zagen dit met argusogen aan en bij tijd en wijle werden de christenen vervolgd, dan weer getolereerd.

Franse invloed:
Aan het einde van de 18e eeuw in 1772 begon de Tay Son rebellie tegen de heerschappij van de Le dynastie. Deze opstand mislukte uiteindelijk en leidde tot de komst van de eerste keizer van de Nguyen familie, Gia Long. Hij werd geholpen bij het terugwinnen van de macht door de Franse priester Pierre Pigneau de Behaine. Mede hierdoor werd de Franse interesse in Vietnam verder aangewakkerd. De vervolging van Franse missionarissen door keizer Tu Duc was voor de Fransen de directe aanleiding om op 5 juni 1862 Cochin China over te nemen als kolonie.

Ondertussen was Vietnam twee keer van naam veranderd; in 1804 in Viet Nam Quoc (Viet zuid land/rijk) en op 15 februari 1839 in Dai Nam Quoc (Groot zuid land/rijk). De laatste verandering was overigens zonder toestemming van de Chinese keizer.

Op 25 augustus 1883 werden de twee andere delen van het land, Annam en Tonkin, protectoraten van Frankrijk. De Fransen schaften het gebruik van de naam Vietnam volledig af in alle documenten. De inwoners van Cochin China, Annam en Tonkin werden vanaf dat moment door de Fransen Annamieten genoemd. Vervolgens werd op 17 oktober 1887 de Unie van Indochina gevormd, behalve Cochin China, Annam en Tonkin gingen ook Cambodja en Laos hiervan deel uit maken.

Tweede wereldoorlog:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog behoort het gebied tot Vichy Frankrijk, maar de Japanners hebben een grote invloed in het bestuur en ook enkele bases in het gebied. Van 9 maart 1945 tot 15 augustus 1945 bezetten ze het gebied, en op 12 juni 1945 laten ze keizer Bao Dai het Vietnamese keizerrijk uitroepen. Dit duurt maar kort. Op 30 augustus 1945 komt met de komst van de geallieerden een einde aan het keizerrijk.

Onafhankelijkheid en boycot:
Ho Chi Minh, de leider van het Viet Minh verzet, roept op 2 september 1945 in Hanoi de onafhankelijkheid uit. Hiermee wordt Vietnam de facto verdeeld in twee staten: Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam. Deze verdeling wordt geformaliseerd op 21 juli 1954 in de akkoorden van Genève. Na een lange oorlog tegen eerst de Fransen en later de Amerikaanse troepen, die gestuurd waren om Zuid-Vietnam bij te staan, wordt Vietnam op 2 juli 1976 officieel herenigd als de socialistische republiek Vietnam.

De regering van de Verenigde Staten weigert echter de nieuwe staat te erkennen en stelt samen met andere Westerse landen een boycot in. Al in januari van 1977 echter, beginnen de Verenigde Staten via afgezant Richard Holbrooke gesprekken met de Vietnamese regering om het land te erkennen. In juni van 1978 wordt Vietnam lid van de Comecon en in november van dat jaar sluit Vietnam een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie, wat door China als een bedreiging wordt gezien.

De Vietnamese regering begon meteen met een politiek van zuiveringen, waarbij "collaborateurs", ex-overheidsfunctionarissen en katholieken het moesten ontgelden. Vanaf december 1978 vluchtten vele Vietnamezen in bootjes naar andere landen (bootvluchtelingen). Reeds in 1974 en 1975 waren vele Zuid-Vietnamezen al gevlucht. Zo komt ook een grote groep Vietnamezen naar Nederland. Door de boycot en de chaos in het land heerste er eind jaren '70 en begin jaren '80 grote armoede.

De onrust in Vietnam heeft in de 20e eeuw twee vluchtelingenstromen veroorzaakt:

  • Van het Noorden naar het Zuiden in de jaren '50;
  • Van het Zuiden naar het buitenland in de jaren '70.

Oorlog met Cambodja:
Op 25 december 1978 valt Vietnam Cambodja binnen. In dat land zijn de Rode Khmer aan de macht, die verscheidene malen Vietnam hebben aangevallen om het oude Khmer gebied Kampuchea Krom te heroveren. Bij deze invallen op Vietnamees grondgebied hebben de Khmers soms hele dorpen uitgemoord. Vietnam bezet in 1979 geheel Cambodja en stelt een regering aan om dat land te besturen. Dit zou Vietnam op lange termijn veel schade berokkenen omdat het land hierdoor betrokken raakt in een langdurige guerrilla oorlog. Vietnam moest nu bovendien een miljarden verslindend groot leger op de been houden.

De Vietnamese vriendschap met de USSR en de bezetting van Cambodja waren zowel de Verenigde Staten als China een doorn in het oog. De eersten waren bang voor een Sovjet-dominantie over Zuidoost-Azië, de tweede voelde zich bedreigd, tekortgedaan, en omsingeld. In februari van 1979 valt China, volgens sommige bronnen met Amerikaanse goedkeuring, Vietnam binnen. Dit zal echter maar van zeer korte duur zijn. De aanvallen dreven de Vietnamezen terug maar er volgde geen doorbraak. Toen de Vietnamezen snel versterkingen aanrukten sloot China versneld vrede. Zowel China als Vietnam claimen nog steeds deze oorlog te hebben gewonnen.

Laatste decennia:
Door de boycot van het westen, de moeilijkheden in Cambodja, en een mislukte collectivisatie van de boerderijen breekt er in 1985 hongersnood uit in Vietnam. In december 1986 besluit de communistische partij van Vietnam onder leiding van Nguyen Van Linh tot economische hervormingen om het land te redden van de economische malaise.
Michail Gorbatsjov besluit in 1989 om de steun aan Vietnam drastisch te verminderen. Mede hierdoor besluit Vietnam in september van dat jaar om zich volledig uit Cambodja terug te trekken. In 1991 besluit de Sovjet-Unie om alle steun aan Vietnam te stoppen en vanaf dat moment goederen alleen te verhandelen tegen op de wereldmarkt geldende prijzen. In februari van datzelfde jaar besluiten de Verenigde Staten en Vietnam om een "tijdelijk" kantoor in Hanoi te openen om gezamenlijk te zoeken naar vermiste Amerikanen in het land.

In 1992 staat de Amerikaanse regering het Amerikaanse bedrijven voor het eerst sinds de Vietnamoorlog toe om kantoren te openen voor het doen van onderzoek naar mogelijkheden voor handel met Vietnam. Dit besluit werd mede genomen omdat vanuit verscheidene Europese landen al handel werd gedreven met Vietnam. In 1993 verklaart de Amerikaanse president Bill Clinton dat de Verenigde Staten niet langer buitenlandse hulp aan Vietnam zullen tegenhouden. Vrijwel onmiddellijk geven de Aziatische ontwikkelingsbank en de Wereldbank een lening van 304 miljoen US dollar. Op 3 februari 1994 heft Bill Clinton ook het handelsembargo op en uiteindelijk op 11 juli 1995 herstellen de Verenigde Staten alle diplomatieke betrekkingen met Vietnam.

Bron Wikipedia.