Economie
Gambia is een echt ontwikkelingsland. Het bruto nationaal product (BNP)per inwoner bedraagt 350 US$. (in Nederland 24.400 US$). De economie van Gambia is hoofdzakelijk een agrarische economie. Ongeveer 80% van de bevolking werkt in de landbouwsector. De pinda is veruit het belangrijkste landbouwproduct. Langs de kust is ook het toerisme en de visserij van groot belang. Gambia heeft weinig industrie en moet vrijwel alles wat verder nodig is invoeren. Om die reden is Gambia geen goedkoop land. Een zeer groot deel van de bevolking is officieel werkloos. Toch hebben de meeste Gambianen (vooral mannen) meerdere (tijdelijke) bijberoepen (o.a. helpen bij de pinda-oogst, langs de weg verkopen van groenten uit eigen tuin, e.d.) Het toerisme in Gambia is sterk in opmars. De Engelsen vormen de grootste groep. Maar ook uit Nederland, België en de Scandinavische landen trekken elk jaar vele mensen naar Gambia. In 1992 telde Gambia bijna 66.000 toeristen, terwijl er in 1967 slechts 2 hotels met in totaal 55 bedden waren. Een nieuw en zorgwekkend verschijnsel in Gambia is het sekstoerisme. In februari 2003 heeft Terre des Hommes hierover een rapport uitgebracht. De Gambiaanse autoriteiten hebben op hun beurt de oorlog verklaart aan de pedofielen, zowel lokaal als onder toeristen. Positieve elementen zijn de licht stijgende importcijfers, vooral in de bouwsector, en het aantrekken van inkomsten van Gambianen die in het buitenland werken. De economische groei zal over 2004 naar verwachting uitkomen op 7 tot 8%.