Geschiedenis

De geschiedenis van Brazilië bestudeert het geschreven verleden van Brazilië. Deze periode begint bij de aankomst van de Portugees Cabral op de kusten van dit land. De periode voor de komst van de Portugezen heet de prehistorie.

In dit artikel wordt een ruimere definitie van het woord geschiedenis gehanteerd: het geeft een overzicht van het verleden van de mens in Brazilië.

De eerste bewoners:
Antropologen denken dat Amerika minimaal 20.000 jaar geleden werd gekoloniseerd door de indianen. De indianen staken vanuit noord-oost Azië de Beringstraat over en zo Noord-Amerika konden bereiken.
Deze indianen waren jagers/verzamelaars die het wild volgden over de landbrug tussen Azië en Amerika. Doordat deze stammen zich veel voortbewogen, trokken ze steeds zuidelijker tot ze uiteindelijk het Amazone-gebied bereikten. Eenmaal bij de Amazone aangekomen verspreidden ze zichzelf over heel Zuid-Amerika.
Een andere theorie is dat er een latere overzeese migratie plaats vond, door middel van het reizen van eiland naar eiland in de Stille Oceaan. Uiteindelijk zijn groepen op de Westkust van Zuid-Amerika beland. Van hier uit zou het continent geheel of gedeeltelijk zijn bevolkt.

De ontdekking door de Portugezen:
In april 1500 na Chr. werd Brazilië ‘herontdekt’ door de Portugese zeevaarder Pedro Álvares Cabral die bij Porto Seguro voet aan wal zette. Toen kwam de ontwikkeling van het land in een stroomversnelling:

  • In 1548 werd de staat Brazilië gesticht als een monarchische provincie van Portugal. Een jaar later werd Tomé de Sousa als eerste gouverneur benoemd.
  • Op 25 januari 1554, werd de stad São Paulo gesticht door de Jezuiet José Anchieta. Toentertijd bestond São Paulo uit een aantal huizen en één school/kerk.
  • In 1900 beschikte São Paulo over een inwonersaantal van 240.000 mensen.

Gedurende de 20e eeuw groeide de stad ontzettend snel, wat leidde tot een inwoneraantal van meer dan 18 miljoen mensen tegenwoordig.

Bandeirantes als goudzoekers:
Tussen de 18e en 19e eeuw trokken vele Bandeirantes het binnenland in. Ze zochten daar naar goud, en naar indianen die hun daar als slaaf bij konden helpen. Bandeirantes, meestal geboren uit een indiaanse moeder en een Portugese vader, stonden sterk in die tijd want ze hadden de overlevingstechnieken van de indianen en bezaten wapens van de Europeanen.

Het einde van de Braziliaanse monarchie:
Op 29 november 1807 trok Napoleon’s leger Lissabon binnen. Twee dagen voor deze invasie waren 40 schepen, met de Portugese prins Johan VI (Dom João VI), en zijn 15.000 man personeel aan boord, al vertrokken richting Brazilië. Eenmaal aangekomen nam de prins in Rio de Janeiro direct de macht over in Brazilië. In 1821 keerde hij uiteindelijk terug naar Portugal. Zijn zoon Peter I (Dom Pedro I) bleef achter en riep daar op 7 september 1822 de onafhankelijkheid uit van het Portugese koningshuis, en verklaarde zichzelf tot keizer. Drie jaar daarna werd deze onafhankelijkheid door Portugal erkend. In 1831 moest de zoon van Peter I, Peter II (Dom Pedro II) zijn vader als 6-jarig jongetje opvolgen als keizer. Pedro II deed afstand van zijn troon toen in 1889 het leger in opstand kwam tegen de Braziliaanse monarchie. Het land werd een federale republiek.

De Oude Republiek, 1889-1930:
Nadat generaal Deodoro da Fonseca de monarchie aan de kant had geschoven, werd hij de eerste president van Brazilië. Onder zijn leiding werd het land een democratie. De Verenigde Staten dienden als voorbeeld. De naam van het land werd omgedoopt in de Verenigde Staten van Brazilië en er werd ook een vlag ontworpen die erg leek op de vlag van de VS. Deze vlag is maar korte tijd gebruikt als nationale vlag maar een licht aangepaste versie doet nog steeds dienst als vlag van de deelstaat Goiás. Deze periode is bekend onder de naam Oude Republiek en duurde van 1889 tot 1930

De dictatuur van de Nieuwe Staat 1930-1945:
Doordat Brazilië aan het einde van de 19de eeuw werd bevolkt door grote groepen immigranten uit Duitsland en Italië ging de opkomst van het fascisme in Europa niet aan Brazilië voorbij. Ook werd men steeds banger voor de opkomst van het communistisme. Met name vanwege het laatste volgde in 1930 een militaire coup waarna de militairen Getúlio Dorneles Vargas naar voren schoven als president. Om economische redenen sloot deze regering zich in 1942 aan bij de geallieerden. De Brazilianen deden actief mee in de bevrijding van Italië. In 1945 begreep Getúlio Vargas dat de tijd van het fascisme voorbij was en keerde Brazilië terug naar de democratie.

De Tweede Democratische Periode, 1946-1964:
Na verkiezingen wordt in 1946 een nieuwe grondwet aangenomen. Getúlio Vargas wordt in 1950 nog één keer herkozen. In 1955 wordt Juscelino Kubitschek gekozen tot president van Brazilië. Hij besluit om in het midden van het land een nieuwe hoofdstad te bouwen: Brasília. Dit was een gedurfd besluit. Sinds de kolonisatie was Brazilië vooral bewoond aan de kust. Het binnenland bestond voor een groot deel uit onontgonnen gebied Cerrado. Brasília werd echter in record tempo gebouwd en kon in 1960 door Kubitschek worden geïnaugureerd.

De Militaire Dictatuur, 1964-1984:
Bang voor de opkomst van het communisme volgt in 1964 een tweede militaire coup. Dit keer nemen de militairen zelf de macht. Het zou tot 1984 duren voordat de democratie terug kwam.

De Derde Democratische Periode, 1984-heden:
Nadat de militairen besloten dat Brazilië opnieuw een democratie moest worden, werden in 1984 indirecte verkiezingen georganiseerd. De regering die volgde stelde een nieuwe grondwet op. Deze periode en dit proces van herdemocratisering wordt ook wel aangeduid met het Portugese woord voor herdemocratisering: Redemocratização. Sinds de Redemocratização is Brazilië een democratie.